Helena Van Zand ondergaat al jaren de pesterijen en doodsbedreigingen van haar ex-man, bajesklant Gary Verstraeten. Onder druk van haar zoon Elvis en haar vader, Gustaaf Van Zand, stapt ze nogmaals naar de politie. De inspecteurs slagen er niet in harde bewijzen te verzamelen, maar commissaris De Kee is persoonlijk geraakt door dit dossier en zet een bewakingspatrouille voor de deur van Verstraeten. Die nacht wordt er een nieuwe, bijna fatale aanslag gepleegd op Helena maar de patrouille heeft Gary z'n huis niet zien verlaten. Toch wordt hij gearresteerd. Tot grote woede van de commissaris laat onderzoeksrechter Hannelore Martens de kerel bij gebrek aan bewijsmateriaal terug vrij.