Moskou, januari 1948. In de bittere kou woont een grote menigte de staatsbegrafenis bij van de Jiddische acteur en regisseur Solomon Mikhoels. Een officiële proclamatie rouwt om de dood van 'een groot Volkskunstenaar van de Sovjet-Unie'. Waar mensen echt om treuren is de dood van het populairste Joodse theater in de Sovjet-Unie, en de man die het meer dan twintig jaar tegen alle verwachtingen in in leven heeft gehouden. Ongetwijfeld vermoedden velen de waarheid: hij was zojuist vermoord door de geheime politie van Stalin.